Hoe werkt EMDR eigenlijk? Daar wordt veel onderzoek naar gedaan. Tot nu toe is de meest aannemelijke verklaring dat het te maken heeft met de werking en capaciteit van het werkgeheugen. Beide taken (het denken aan de nare herinnering en de afleidende taak) doen een beroep op het werkgeheugen, maar de capaciteit van het werkgeheugen is beperkt. Door deze concurrentie van werkgeheugentaken is er weinig plaats voor de levendigheid en de naarheid van de herinnering. Dit biedt de cliënt de mogelijkheid om een andere betekenis aan de gebeurtenis te geven. Geleidelijk neemt daardoor de spanning bij het terugdenken aan de nare herinnering af. In veel gevallen zien we ook dat er spontaan nieuwe gedachten of inzichten ontstaan die een andere, minder bedreigende betekenis aan de gebeurtenis geven. Deze effecten dragen ertoe bij dat de nare ervaring steeds meer een plek krijgt in de levensgeschiedenis van de cliënt.EMDR komt in aanmerking wanneer de cliënt kampt met problemen, waarvan vermoed wordt dat ze te maken hebben met eerder meegemaakte ingrijpende gebeurtenissen (zoals bij een PTSS). Maar EMDR kan ook gebruikt worden bij versterken van het zelfvertrouwen.
Voor meer informatie, zie EMDR