Impact van nare ervaringen
Er komt steeds meer aandacht voor de impact van nare ervaringen op de latere ontwikkeling. Daarom is het bij psychische klachten altijd belangrijk goed terug te kijken en te bespreken welke belangrijke levensgebeurtenissen er zijn geweest en of er een verband kan zijn met de huidige klachten. Daarom spreken we met ouders zorgvuldig de ontwikkeling van je kind door. Een kind kan niet altijd zelf vertellen dat het nog last heeft van een gebeurtenis. Soms laat een kind het alleen in zijn gedrag zien, er is dan bijvoorbeeld sprake van gedragsproblemen, slaapproblemen, angsten, zich terugtrekken of woede-uitbarstingen.
Voorbeelden van situaties die bij kinderen traumaklachten kunnen geven, zijn: medische ingrepen en ziekenhuisopnames, meemaken van (heftige) ruzies of geweld, seksueel misbruik, meemaken van een brand, inbraak of ongeval, ziekbed en/of verlies van een belangrijk persoon.
Als we vermoeden dat de impact van vroegere gebeurtenissen de huidige klachten aansturen of kunnen versterken, zullen we eerst trauma behandeling inzetten. Het doel van traumabehandeling is dat je kind de gebeurtenis goed kan verwerken en er rustiger aan terug kan denken, zodat traumaklachten verminderen. Zo kan je kind zich weer goed verder ontwikkelen.
We kunnen verschillende behandelmethodes inzetten voor traumabehandeling, zoals EMDR, imaginaire exposure en write junior (schrijftherapie).
Preverbaal trauma
Traumabehandeling kan al bij hele jonge kinderen (vanaf 0 jaar!) ingezet worden (bijvoorbeeld met behulp van de methode EMDR). Het gaat dan om het verwerken van ‘preverbaal trauma’, dit is trauma dat kan ontstaan wanneer een kind nare ervaringen meemaakt op een leeftijd waarop het nog niet kan praten. Het kind kan nog geen woorden geven aan deze ervaringen maar deze nare ervaringen worden als het ware in het lijf opgeslagen. Bij trauma gaat het om ervaringen die destijds als overweldigend kunnen zijn beleefd. Deze ervaringen in het verleden kunnen klachten in het heden aansturen. De herinnering hieraan ligt zodanig in het geheugen opgeslagen dat deze getriggerd kan worden, als het kind een vergelijkbare ervaring meemaakt of deelaspecten van een handeling of gebeurtenis het kind onbewust herinneren aan het trauma. Het gaat dus om de beleving van het kind. Deze kan afwijken van de feitelijke herinnering van de ouder. Het kind kan hierdoor bijvoorbeeld last krijgen van verhoogde prikkelbaarheid, overmatig huilen, vaak boos worden, slaapproblemen of eetproblemen. Het kan ook tot uiting komen in het gedrag van het kind naar de ouder, bijvoorbeeld steeds de nabijheid van de ouder zoeken of hem juist vermijden. Soms vindt een stagnatie in de ontwikkeling plaats, doordat het kind zich niet meer durft te laten uitdagen door nieuwe prikkels.
Preverbaal trauma kan verwerkt worden middels EMDR. Voor jonge kinderen bestaat binnen de EMDR een aparte variant in de vorm van het Verhaal Protocol. Ouders schrijven een verhaal over de ervaring, waarbij ze zoveel mogelijk ‘door de ogen van het kind’ vertellen wat er gebeurd is. Tijdens een sessie vertellen ouders bij voorkeur samen het verhaal van het trauma aan het kind. Hierbij wordt veel aandacht gegeven aan gevoelens en lichaamssensaties, de meest belangrijke zintuiglijke ervaringen in de ontwikkelingsfase van de periode van het preverbaal trauma. De therapeut kan in het verhaal vervolgens de elementen benoemen, die direct verstorend waren voor de veiligheid binnen de ouder-kind relatie en die opnieuw verwoorden: ‘Mamma vond het ook heel erg dat de dokter de kleine baby zoveel pijn deed terwijl zij hem vast hield. Maar de dokter zei: Nee mama, je moet hem echt vasthouden want de prik is nodig om beter te kunnen worden!’
Aan de reacties tijdens de EMDR (bijvoorbeeld zich als een baby nestelen bij de ouder op schoot of juist heel boos worden en zich sterk verzetten) en de veranderingen erna is vaak af te lezen of ergens iets van trauma is geraakt en verwerking hiervan op gang is gebracht.
Soms is het geïndiceerd dat een ouder eerst een eigen EMDR traject krijgt, gericht op het preverbale trauma van het kind. De ervaringen kunnen immers ook voor de ouders traumatiserend zijn geweest. Voorkomen moet worden dat deze herinneringen bij de ouder tijdens de sessie met het kind in alle hevigheid bovenkomen en het brein van de ouder onrustig maken. Het is belangrijk dat de ouder tijdens de sessie met het kind (emotioneel) rustig blijft en er voor het kind als steungevend persoon kan zijn.
Hier vindt u meer informatie over deze methode en ervaringen van ouders.